Wegenwerken aan de Handelslei in Sint-Job zorgen voor hinder op weg naar Orthoca Noord – Meer info

Revalidatie-oefeningen (video’s)

Hieronder vindt u in het kader van de revalidatie van uw schouderingreep een basisschema met revalidatie-oefeningen en een link naar de bijhorende instructievideo. U kan dit basisschema ook downloaden in PDF-versie: basisschema schouderrevalidatie.

Basisschema schouderrevalidatie

Door de complexiteit van het schoudergewricht en de zeer uitgesproken beweeglijkheid, is de schouder gevoelig voor letsels. Elk schouderletsel vraagt een specifieke benadering afgestemd op de beleving/ervaringen van de patiënt.

Als schouderspecialisten en revalidatieteam kunnen we niet genoeg nadruk leggen op het belang van het juist interpreteren van schoudercondities. Wanneer beschermen (immobiliseren), wanneer starten met bewegen (mobiliseren)?

Een schouderoperatie kan niet zonder een duidelijk plan van postoperatieve aanpak .

Efficiënte oefentherapie is essentieel om het resultaat van een chirurgische ingreep te optimaliseren.

Vaak zien we dat een bepaalde standaard operatie, verschillende postoperatieve behandelingen kent. Omwille van deze redenen stellen we een handleiding/richtlijnen ter beschikking – die u als patiënt – als leidraad kan gebruiken tijdens de revalidatie van uw schouder.

Je kinesitherapeut zal hier eveneens mee aan de slag gaan en deze hanteren/vertalen in functie van uw persoonlijke beleving/evolutie.

Dezelfde taal:

Voor we starten met de oefeningen, is het belangrijk dat we allen dezelfde taal spreken.

De verschillende schouderbewegingen ingedeeld in vlakken. Beweging in een bepaald vlak omschrijven we als ‘Range Of Motion’, oftewel ‘ROM’.

Wanneer je de arm naar voor beweegt (in de lucht steekt), spreken we van ELEVATIE. Je arm opzij bewegen, heet ABDUCTIE. Wanneer je de arm naar buiten draait, beschrijven we dit als UITWENDIGE ROTATIE of EXOROTATIE en wanneer de arm achter je rug bewogen wordt (in de richting van de broekzak/beha) omschrijven we dit als een INWENDIGE ROTATIE of ENDOROTATIE.

Het uitvoeren van deze bewegingen met je eigen spierkracht = ACTIEF bewegen. Wanneer je spieren ontspannen zijn en iemand anders je schouder beweegt dan spreken we van PASSIEF bewegen. ACTIEF GEASSISTEERD bewegen ligt tussen beide in en wil zeggen dat je deels je eigen spieren gebruikt, maar dat vooral hulpmiddelen (vb.: de andere arm, stok, katrol, je kinesitherapeut) de aangedane schouder mobiliseren.

Je therapeut zal ook rekening houden met de mobiliteit en de stabiliteit van je SCHOUDERBLAD (scapula). Wanneer het schouderblad mooi over de borstkas (thorax) glijdt, spreken we van een perfect SCAPULO-THORACAAL ritme . Wanneer de scapula wat loskomt, kraakt of klikt, spreken we van een verstoord SCAPULO-THORACAAL ritme.

Tijdens het oefenen is het van grootbelang dat de beweeglijkheid en stabiliteit van het schouderblad onder controle blijft. Dit ondanks de stijfheid of pijn die je kan ervaren na de ingreep. Wanneer je schouderblad niet mooi over het ribbenrooster glijdt, zal je ook blijvend pijn ervaren.

Het stabiliseren van je schouderblad doet de kinesitherapeut tijdens de oefeningen. Wanneer u alleen oefent dan doet u deze oefeningen liggend op de rug of rechtstaande tegen de muur.

Bewegen en/of beschermen:

Je kinesitherapeut zal je een aantal oefeningen aanleren die je thuis zelfstandig zal moeten herhalen. Sommige oefeningen zijn belangrijk om de circulatie en de mobiliteit te bewaren. Deze zijn veilig en mogen onmiddellijk uitgevoerd.

Het is belangrijk enkel de oefeningen uit te voeren die door de kinesitherapeut werden uitgelegd om overbelasting en/of complicaties te vermijden.

Bij aanvang zullen de meeste oefeningen aangeleerd worden in ruglig. Dit om de zwaartekracht te neutraliseren en je schouderblad te stabiliseren. Voor andere oefeningen dien je de elleboog te ondersteunen (stapel handdoeken, lakens. Geen zacht kussen).

Een aantal oefeningen gebeuren met behulp van hulpmiddelen. Sommige hulpmiddelen heb je thuis (bezemsteel, paraplu, bal, handdoek), andere hulpmiddelen (elastische banden of katrol) kan je aankopen of lenen via je therapeut.

Transfers en het aan- en uitdoen van je verband kan je bekijken op achterliggende link.

Passieve oefentherapie:

Passieve oefeningen worden vooral aangeraden wanneer er bepaalde structuren beschermd moeten worden. Dit zien we vaak na peesherstel of bij instabiele schouderfracturen.

Passieve oefeningen/bewegingen worden NIET ZELF gedaan. Je kinesitherapeut zal je hierin begeleiden. Of je gebruikt hulpmiddelen.

VIDEO: passieve oefentherapie


Actief geassisteerde oefentherapie:

Wanneer het genezingsproces aan de gang is, maar wanneer de helende structuren nog beschermd dienen te worden kan men starten met actief geassisteerde oefeningen. (Bij peesherstel 4-6 weken post operatief)

Dit wil zeggen dat je gedeeltelijk actief (zelf) je eigen spieren gebruikt, maar dat vooral hulpmiddelen zoals een katrol of stok je bewegingen assisteren/begeleiden.

VIDEO: actief geassisteerde oefentherapie


Stretchende oefeningen:

Dit type van oefeningen wordt vooral voorzien wanneer er een bepaalde vorm van verstijving in het gewricht aanwezig is. Hierbij heeft zich littekenweefsel gevormd dat de normaal te verwachten ROM hindert. Typische voorbeelden zijn een “Frozen Shoulder”, waarbij het gewrichtsomhulsel (kapsel) samengetrokken is rond het gewricht. Ook peesherstel operaties in de schouder gaan dikwijls gepaard met postoperatief littekenweefsel of verstijving en we zien het ook wel na bepaalde schouderfracturen.

Tijdens deze fase van het revalidatietraject zal de therapie voornamelijk bestaan uit zachte stretchende oefeningen met heel veel herhalingen.

Deze fase kenmerkt zich door een trage evolutie. Laat jezelf hierdoor niet ontmoedigen, maar communiceer duidelijk met je therapeut welke oefeningen zonder pijn kunnen uitgevoerd worden en welke oefeningen pijn geven. Het is tijdens deze fase heel belangrijk om niet over de pijngrens heen te gaan.

VIDEO: kapselrekkingen


Start spierversterkende oefeningen.

Isometrisch:

Isometrisch komt van het Grieks ‘isos’: gelijk en ‘metria’: lengte en betekent letterlijk ‘gelijke lengte’.

In de oefentherapie verwijst het naar oefeningen waarbij contractie van de spier plaatsgrijpt zonder dat het specifiek gewricht beweegt.

Wanneer de genezende structuren nog bescherming vereisen kan men door middel van isometrische spiercontracties reeds werken aan stabiliteit en mobiliteit.

VIDEOisometrische oefeningen


Dynamisch:

Bij een dynamische spiercontractie komt de spier in beweging en levert deze een krachtinspanning.

Elastische banden zijn ideaal om spierversterkende oefeningen uit te voeren, daar ze gradueel de weerstand opvoeren. Op deze manier kan je veilig je spieren versterken.

Er kan eventueel ook gewerkt worden met losse gewichtjes, al is hier een zekere voorzichtigheid vereist. Zeker wanneer we te maken hebben met herstellende structuren.

Tijdens deze fase is het uitermate belangrijk de richtlijnen van je kinesitherapeut te volgen.

VIDEO: dynamische oefentherapie


Het schouderblad:

Het vaak vergeten gewricht tijdens het revalidatietraject.

Zoals reeds aangehaald, kan een schoudergewricht (kop-kom gewricht) niet functioneren zonder een correct werkend schouderblad. Ook hier moet tijdens het revalidatietraject absoluut rekening mee gehouden worden. Je kop-kom gewricht kan perfect gerevalideerd zijn, maar je zal klachten blijven ervaren wanneer het schouderblad niet mooi over het ribbenrooster glijdt.

Specifieke oefeningen voor dit schouderblad worden ook wel “uurwerk” oefeningen genoemd. Stel je rug voor als een klok en beweeg je schouderblad naar boven (12h), naar onder (6h), naar links (9h) en naar rechts (3h).

Scapula stabiliserende oefeningen versterken de spieren rond het schouderblad en zorgen zo voor een mooi scapulo-thoracaal ritme.

VIDEO: schouderblad stabiliserende oefeningen


Het ideale recept voor een voorspoedige revalidatie

Schouderrevalidatie is en blijft een echte uitdaging en vraagt intense communicatie tussen alle betrokken partijen (chirurg-patiënt-therapeut). Als schouderspecialisten zullen we zorgen voor een duidelijke briefing naar u en uw betrokken therapeut betreffende de ingreep en/of de te nemen beschermingsmaatregelen.

IEDERE PATIËNT IS UNIEK

Deze informatie is om bovengenoemde reden dan ook een algemene richtlijn en geen geïndividualiseerd oefenschema.

We vertrouwen op de expertise van uw kinesitherapeut om deze te integreren in functie van uw persoonlijke evolutie.

We wensen jullie alvast veel succes!

Dr. G. Declercq – Dr. N. Jansen – Prof. Dr. O. Verborgt

AZ Monica APRA Revalidatie – revalidatie Deurne