Artrose van het enkelgewricht is meestal het gevolg van een vroeger opgelopen enkelbreuk, of frekwente enkelverstuikingen en blijvende enkelbandlaksiteit met kraakbeenbeschadiging, “ wegzakking ” en afwijkende stand van de enkel en voet als gevolg.
De behandeling bestaat in het dragen van een maatsteunzool, soms orthopedische schoenen en infiltraties met een hyaluronzuurderivaat.
Bij onvoldoende resultaat is chirurgische behandeling aangewezen, welke soms kan bestaan in het uitvoeren van gerichte zaagsneden( osteotomies) juist boven de enkel ( supramalleolair) of in het hielbeen en/of de voetbeentjes met correctie van de afwijkende stand.
Frekwenter moet bij gevorderde enkelartrose overgegaan worden tot het vastzetten van het enkelgewricht ( arthrodese) al of niet samen met het onderste spronggewricht. Dit kan in sommige gevallen met een kijkoperatie ( arthroscopisch) waarbij gebruik gemaakt wordt van percutaan ingebrachte schroeven of via een open ingreep, waarbij gebruik gemaakt wordt van schroeven en/of platen of nog een mergnagel ingebracht langs de hiel.
In bepaalde gevallen bij oudere patiënten kan het plaatsen van een enkelprothese aangewezen zijn, met als voordeel het behouden van de beweeglijkheid van het enkelgewricht, doch met mogelijke loslating op middellange termijn als gevolg, waarna een revisie operatie of eventueel vastzetten van het enkelgewricht ( arthrodese), noodzakelijk is.