Een jonge beloftevolle wielrenner kampte met aanhoudende pijn rond de heup en kon niet voluit trainen. De oorzaak bleef onduidelijk, tot een gericht neurologisch onderzoek uitwees dat een kleine zenuwtak ter hoogte van de piriformisspier bekneld zat.
Dr. Jürgen Londers, gespecialiseerd in heup- en kniepathologie, begeleidde de renner in dit traject. We spraken met hem over hoe gespecialiseerde expertise een snelle diagnose mogelijk maakte.
Dit is een atypische blessure: waarom werd deze diagnose snel gesteld?
Bij sporters, typisch fietsers en lopers, zien we soms dat een kleine zijtak van de hoofdzenuw ter hoogte van de piriformisspier onder druk komt te staan door de repetitieve beweging en wrijving.
Omdat dit een minder frequente diagnose is, wordt er meestal eerst naar andere oorzaken gekeken. In dit geval hadden zijn klachten een herkenbaar patroon, waardoor ik een specifieke zenuwtest (EMG) aanvroeg. Ik laat ook altijd een MRI van de heup verrichten, teneinde andere structuren en mogelijke oorzaken van heuppijn uit te sluiten.
Van infiltratie naar operatie: hoe verliep de behandeling?
We starten altijd met de minst ingrijpende optie, in dit geval kinesitherapie en een kuur onstekingsremmers. Omdat de klachten bleven, deden we een diagnostische infiltratie. Een echogeleide inspuiting die kan volstaan als behandeling maar ook dient als test. Dit hielp tijdelijk, wat bevestigde dat de piriformisspier de zenuw irriteerde.
Omdat de infiltratie tijdelijk verlichting gaf, maar de klachten na enkele weken terugkeerden, was het duidelijk dat de zenuw onder blijvende druk stond. We bespraken samen de volgende stap: een endoscopische piriformis release. Dit is een minimaal invasieve ingreep (kijkoperatie) waarbij de spier deels wordt losgemaakt om de zenuw te ontlasten. Vijf weken na de operatie kon de renner alweer meetrainen op stage, zonder klachten.
Een interessant feit is dat er 25 jaar geleden nog twijfel bestond of dit probleem wel echt bestond. Vandaag weten we, mede dankzij deze methodes, dat het een duidelijk afgebakend syndroom is, met een concrete behandelingsstrategie.
Hoe draagt de samenwerking binnen de heupcluster bij aan betere zorg?
Binnen Orthoca werken we als team van vier heupchirurgen, elk met een brede expertise binnen de heuppathologie. Dankzij de clusterwerking kunnen we ons verder subspecialiseren, wat maakt dat we gerichter en efficiënter doorverwijzen binnen het team. Wanneer ik merk dat een patiënt beter geholpen is door een collega, overleg ik intern om hem zo snel mogelijk bij de juiste specialist te krijgen.
Zo heeft Dr. Pieter Dolhain een uitgebreide ervaring in complexe heupchirurgie en trauma, terwijl Dr. Jeroen Verhaegen zich verdiept in chronische heupproblemen bij jongvolwassenen, waaronder heupdysplasie. Dr. Wouter Peeters focust zich dan weer o.a. op spier- en peesletsels bij sporters. Die complementariteit zorgt ervoor dat patiënten steeds in goede handen zijn.
Bovendien is het mooi om te zien hoe bepaalde technieken zich doorheen de jaren ontwikkelen en worden overgenomen. Zo was ik één van de eerste artsen in België die via spiersparende toegangswegen opereerde, bijna 20 jaar geleden. Intussen is deze techniek goed geïntegreerd en hebben ook verschillende collega’s binnen Orthoca zich hierin verder gespecialiseerd.
Meer weten over de specialisten binnen de heupcluster? Bezoek deze pagina!